Hard Alpi Tour Extreme: het hele verhaal
2020: finish van de Hard Alpi Tour classic. Wat een avontuur! Met twee geweldige dames hebben we het toch maar 24u uitgehouden en de vermoeidheid van niet slapen en toch rijden overwonnen. Ik keek naar de finishers van de extreme: waarom zou iemand dat willen? Bij de ontbijt locatie zag je slaapdronken extremerijders wankelen op hun benen, wallen onder de ogen en toch dat ding weer opstappen. Waarom?
In mijn vermoeidheid toen kon ik de extreme niet voorstellen. Een dag later echter keek ik terug en dacht ik: eigenlijk was de classic wel heel prima te doen en zo lokte de uitdaging. Een uur later een whatsappje van een goede vriend die door technische redenen(gat in motorblok) toen zijn extreme niet uit kon rijden. “Hey, ik wil de extreme volgend jaar toch gaan uitrijden, rij je mee?” Ik denk dat het mijn drift naar uitdaging was want het antwoord duurde niet lang: ja, natuurlijk!
Ook Kate vroeg het: die reed vorig jaar met een ander team de classic en wilde graag met een damesteam de extreme doen. Bij zoiets had ik toch een minder gevoel, omdat ik toch wel een lekkere pace wil houden om zelf niet vermoeid te raken en de mogelijke teamleden daar niet allen aan zouden voldoen. Uiteindelijk ging dat plan bij kate om dezelfde redenen ook niet door en vroeg ze of ze bij mij en dominik kon aansluiten: dat ging wel werken
En zo bestond het team uit dominik met de 701, kate met de 690 en ik met de GS. Ik zou hem eerst met mijn eigen rijden maar op het werk waren we bezig met de ontwikkeling van nieuwe schokbrekers voor de 1250 die goed getest dienden te worden en een hele mooie setting te bouwen. Daarnaast is de hard alpi ook een goede kwaliteitstest en zo ging ik dus op de 1250 die luisterd naar de naam Dirk, of zijn sleutel
En zo startte donderdag het avontuur. Kate had ik op de camping al gezien en zijn samen naar San Remo gereden waar we later die middag Dominik ontmoetten en samen diner hadden. Daar werd het plan besproken voor de dag erop: aanmelden, slapen, diner en starten.
Voor mij kwam daar nog een factor bij: voor het goede had ik een nieuwe achterband nodig: ik had dagen ervoor wat zeer uitdagende stukken gehad en deze hadden de noppen van de Mitas E010 toch flink beschadigd en soms zelfs ingescheurd. Op basis van vorig jaar wist ik dat de kans groot was dat er een bandenmerk stond.
En dat bleek ook zo: Anlas. Geen ervaring mee maar hé iets is beter dan niets dus dan maar de Anlas Capra X. Qua profiel tussen de TKC80 en de Anakee Wild. Maar na 2 dagen ben ik fan. Na twee dagen mishandeling zien ze er zeer goed uit. Had goede grip offroad en op de weg merk ik nauwelijks dat er noppen zijn. En dat voor 120 euro voor een 150/70-17.
Ook de aanmelding verliep soepel: formulieren inleveren, tracker in ontvanst nemen en nummers plakken. Na smiddags goed gelunched te hebben en volgens het sporthorloge nog een uurtje slaap stonden we in het Parc fermée. Ff eten en daarna briefing: de route was 840KM en alleen als je alle checkpoints raakt krijg je de 100% prijs. De route was voorzien van mogelijke wegen om het offroad te omzeilen, maar dan was het dus geen 100%. Ook mochten we alleen de Via del Salle over tussen 16 en 18.30 op de volgende dag dus dat moest gepland worden. Daarnaast waren er 2 keuzepunten voor een “ééncilinder expert only” of gewone route. Toch die ook maar proberen. Beide bevonden zich op de 2e nacht.
Om 23.10 stonden we op het startpodium. De presentator stelde ons voor en rondom ontstond belangstelling voor Dirk zijn 21” voorwiel en de vrouw die erop zat. Het blijven natuurlijk italianen en dit was bijzonder. Daarna mochten we gaan; de eerste nacht in.
Deze begon makkelijk: de 80% offroad werd nog niet waargemaakt en de eerste 100km was hoofdzakelijk een hele smalle weg met veel haarspelden waarbij de uitdaging vooral het donker was. Af en toe een gravelpad maar weinig bijzonders. Daarna werd het leuk: we kwamen op een downhill mountainbikepad terecht die toch een goede 20KM duurde. Singletracks, hobels, kuilen, stenen, stukjes water en alles zat erin. Nog een klein stukje asfalt en we zaten tussen de olijven op boeren wegen voor tractoren toen de zon opKwam. Ontbijten en door door over de bergen welke uit bos en mountainbiketracks bestond. Met een gemiddelde van 39 km/u incl de rusttijden reden we zeer constant en precies.
Tegen 12u op de lunchlocatie was het nog zo’n 120KM tot het verplichte tijdslot van de Via del Sale. Gezien onze pace hadden we daar dus 3u voor nodig en was onze verwachting was dat iedereen daar hun rust zou pakken in afwachting van de opening. We besloten dit op de lunchlocatie te doen die warm, rustig en schaduwrijkwas. Daarnaast was er na het eten toch wel degelijk die dip van een nacht zonder slaap hoewel ik tot dat punt daar toch buitengewoon goed doorgekomen was. Daar volgens het sporthorloge ongeveer een uurtje lichte slaap gehad.
En dat was goed! Want wat volgde was een hele uitdaging van lange hilclimbs en stijle afdalingen op losse of grote stenen. Welke tientallen kilometers aanhielden. Het enige stukje rust was een ingestorte weg en het asfalt wat ons, door de organisatie ter plekke aangegeven, eromheen leide. Daarna weer stenen, heuvels, af en toe bakken met diep gravel watergeulen en ander uitdagend spul ons tot de via del Sale.
Door de uitdaging was de gemiddelde snelheid wat minder waardoor we tegen 17u aan de pas begonnen. De pas is bekend, het terrein ook en staat hoofdzakelijk uit vaste stenen waar je de motor gewoon overheen laat “stuiteren” maar als je al meer dan 24h wakker bent voelt elke steen toch anders.
Daarnaast was de pas voor ons welliswaar gesloten, maar mochten toeristen gewoon doorrijden en kwamen we toch zeer regelmatig 4x4 auto’s of minder ervaren motorrijders tegen die in de weg, vast stonden of met beide beentjes langs de motor de meest onmogelijke lijnen rijden. En zo kwam er voor het gevoel geen einde aan, maar het uitzicht is geweldig. Helemaal omdat het al tegen de avond ging en de lucht prachtig kleurde en de bergtoppen voorzag van zacht licht. Maar tegelijkertijd was het gevoel dubbel. We waren vermoeid en donker betekent dat het lichaam weer naar slaap wil gaan….
Enkele kilometers later waren we in Boves waar alle rijders samenkomen: de discovery: twee dagen van 250km met een hotelovernachting, de classic 540KM met de nacht en wij dus. Heel het plein was voorzien van gelijkgestemde allroadmotoren en hun rijders welke hun diner nuttigden aan lange biertafels. Een DJ zorgde voor de muziek en alle italianen van Boves waren uitgelopen om het indrukwekkende tafereel te aanschouwen. Na het diner was het pikdonker en sloeg de vermoeidheid toe. We waren het eens: de enige manier om eroverheen te komen was niet blijven hangen, maar actief te blijven.
Wat volgde was het eerste expertstuk welke ik besloot te rijden. Het leek op bilstein, het enduropark, maar dan in het donker. Kruisje slaan, gas blijven geven en de GS tussen de grote stenen worstelen omhoog, en met alle trialtechnieken die ik had de GS naar beneden brengen over de grote stenen. Check! En gelijk wakker, dat wel echter tegelijkertijd ook veel vragend van mijn al vermoeide lichaam maar de ruststop zou niet lang meer zijn.
Wat volgde was aansluitende offroadstukken vooral bestaand uit stenige paden met daarin diepe kuilen en soms schansjes die hard remmen voor de daaropvolgende kuil deden voorkomen. Waar er klei lag was het vochtig door de nacht en dus glad: waarna je weer na het onophoudelijke gehobbel van de stenen verlangt. De kleine beetjes asfalt zorgden voor de verlichting.
Toen de ruststop. Een opengesteld café waar met een beetje creativiteit een goed plekje op de grond gevonden kon worden om een beetje slaap te pakken. We liepen voor op het “peleton” dus hadden we nagenoeg alle opties. En zo matje met slaapzak, en zo twee uurtjes dommelen kunnen pakken.
Wat volgde was meer offroadtrack en het tweede expertstuk. Één van het team was te moe en gebruikte de omleiding. Mijn plan was het proberen en evt omkeren als het teveel energie zou kosten. En zo geschiedde: na wat asfalt kwamen we bij een hele scherpe heuvel aan vol met losse stenen en bochten. Geen duidelijk pad. Dus gasgeven en met alles wat ik had boven komen. Onderweg links en rechts wat eigenwijze grote motoren en op de paar meter asfalt erna lagen anderen uit te hijgen. Het totale stuk zou 20KM zijn en de tweede heuvel deed zich aan. Ik koos verstandig en draaide om: die energie kan ik beter anders spenderen. Mijn teamgenoot op de 701 deed het wel en kwam terug van wat hij “GS Graveyard” noemde. Overal kapotte Allroadmachines en toen ik terug kwam stonden al meerdere 4x4’s klaar om de eigenwijze mensen te bevrijden. De stops erna werd ook duidelijk dat we nu echt ver voor stonden, waarschijnlijk door gewoon verstandig te zijn en het Ego even te laten staan.
En toen werd het licht en kwam de man met de Hamer. Een technisch stuk door een afgraving gevolgd door een stenig pad hebben mij de laatste klap uitgedeeld. Ik voelde mijn spieren niet meer, alles was op de automatische piloot en met verstand op 0 alles maar gewoon “gedaan” misselijk van de vermoeidheid. Ook daglicht maakte het niet meer beter.
Onderweg lagen rijders als zwervers op bankjes te slapen. Sommige zelfs op hun motor, of zelfs staand tegen een boom. Over de intercom die we gebruikten om te waarschuwen en strategie te bespreken was het stil en het enige wat we deden was gewoon rijden, zover als we konden. De motor zijn werk laten doen en elke steen absorberen en accepteren. Pijn was er toch wel.
Zo’n 60km later was de ontbijtstop welke gelijk was aan de classic en gezien kan worden als een hotel ontbijtbuffet. Fruit! Veel vitaminen had mijn lichaam niet gehad dus besloot meerdere stuks naar binnen te werken, gevolgd door zoute ham op een broodje om mijn lichaam van het goede te voorzien. Veel extremerijders waren er (nog) niet en diegene die er waren, die zombies van vorig jaar, daar viel ik ook onder. Een teammaatje wilde toch nog rust pakken en ik viel ingesprek met wat bekenden.
Een uurtje later zaten we weer op de motor. Het misselijke gevoel was weg en ik dacht dat nog twee offroadpassen en asfalt resteerden. Gedurende het stukje asfalt kwam bij het team de energie weer terug, ook bij mij en alle mieserie waar ik in verkeerde verdween elke minuut een beetje meer. Gelukkig maar, want de makkelijke Assiëtta was vervangen door 3 toch nog best technische stukken waardoor het allemaal wat langer duurde dan verwacht. Vooral mentaal was het moeilijk: we wilden gewoon finishen en dan kregen we dus deze “tegenvaller” die ik op elke andere dag geweldig had gevonden, nog even te verwerken.
Maar na bij sestrière omhoog te zijn gereden was hij daar dan: de finish! En natuurlijk de 100% gehaald.
We waren ook een van de eersten. Uiteindelijk bleken velen te zijn uitgavellen, opgegeven, defecten aan de motor te hebben gehad of geen 100% te hebben gereden. Tot nog na 17u kwamen er nog rijders binnen. Waren we trots? Vooral heel moe de mensen bij de finish waren er enthousiaster over dan wijzelf.
Bij het eten kwamen we tot de gezamenlijke conclusie. We waren een geweldig team met een hele constante pace die fouten tot het minimum beperkten. Geen macho’s, geen competitie en er werd naar een ieder geluisterd. De erop volgende vraag: wat gaan we nu doen?
Reactie plaatsen
Reacties